Ik heb genoten van Dimitri Vegas and Like Mike

0

In de muziekmilieus waar ik veel in vertoef is het not done om Dimitri Vegas and Like Mike goed te vinden. Net zoals we Steve Aoki niet goed mogen vinden of Milk Inc muzikaal niet mogen appreciëren.  Ook Faithless stond een beetje aan de verkeerde kant.  Daar trekken wij onze neus voor op. Liever the XX en Oscar and the Wolf en voor de ouderen onder ons dan met weemoed terugdenken aan Nirvana en Red Hot Chili Peppers. Er is voor de meeste +30-tigers en zeker +40-tigers een duidelijke scheidingslijn tussen geloofwaardige muziek en andere, en dat was voor ons ook meteen de scheidingslijn om van een goed event of slecht event te spreken.

‘Muziek-geloofwaardigheid’ als criterium is nu echter voor heel wat events op sterven na dood en heeft op  zijn minst nog heel weinig waarde bij de invulling en uitwerking van een concept. Muziek (alleen) vult geen zalen meer. Tijdens de uitverkochte show van Dimitri Vegas and Like Mike in het Sportpaleis werd die gedachte, die al een tijdje door mijn hoofd spookte, nog maar eens bevestigd. Ik schreef bijna ‘pijnlijk’ bevestigd, maar dat klopt niet meer. Eenmaal je je over dat ‘geloofwaardigheids’-paradigma heen zet kijk je opeens heel anders en veel minder pijnlijk naar dat soort shows.  Eén van de hoogtepunten van de show was net een nummer van Red Hot Chili Peppers, waarbij de tekst karaoké-gewijs werd geprojecteerd op hun reuzenschermen en heel dat Sportpaleis luidkeels ‘Under the bridge’ meebrulde. En opeens kwam daar als special guest de zanger van ‘Oscar and the Wolf’ het podium opgewandeld in zijn goud-schitterende hoody. En daarna weerklonk er vrolijk een EDM-remix van the XX en de zaal ging nog maar eens uit de bol. Geloofwaardigheid en muziek?  Waar hebben we  het eigenlijk over?

Muziek maakt dus het grote verschil niet meer uit en die EDM-mannen hebben dat heel goed begrepen. Eigenlijk gaan ze terug naar de essentie van wat een event moet teweeg brengen: emotionele verbondenheid tussen de eventbelevers. Dimitri Vegas and Like Mike steken een uitgekiende show ineen met één constante vraag in hun achterhoofd: hoe kunnen we het publiek nog meer uit de  bol laten gaan? Ik heb dit in mijn boek ‘We love Events’ omschreven als het creëren van de ‘magie van de massa’. Dat magische moment waarbij je door de beleving van de show en het werk van de performers één wordt met het publiek. Een quasi religieus (religere=verbinden) gevoel dat garant staat voor pure kippenvelmomenten. Voor de ouderen onder ons: denk aan het ‘We come One’-gevoel van Faithless. En om die magie van de massa te bereiken moet je een show opbouwen met sterk ‘verbindingsentertainment’. Muziek is uiteraard ook verbindingsentertainment, maar de eventbelevers van vandaag willen meer, veel meer en veel ander verbindingsentertainment.

Als je dus die show van Dimitri Vegas en Like Mike vanuit dat verbindingsperspectief bekijkt, dan kan je alleen maar respect hebben voor die gasten. Like Mike komt op met een reuzenfles vodka en begint direct shotjes uit te delen aan zijn publiek. Er wordt meegezongen, er wordt meegedanst, Like Mike laat het publiek splitsen, laat het publiek massajumpen. Mensen zwaaien allemaal met hun ledsticks, brullen Seven Nation Army door heel het Sportpaleis, doen mexican waves, het kan niet op.  En surprise act Steve Aoki  probeert op het publiek te wandelen, maar dat lukt dan net iets minder. Dan maar taarten gooien en met CO2-jets de sfeer gaande houden. Als klap op de vuurpijl -en dat mag je letterlijk nemen- zweven Dimitri Vegas and Like Mike dan nog in een soort luchtballon  over het uitzinnige publiek heen, intussen weer lustig vodka uitgietend. Of ze dan nog een koptelefoon ophebben doet echt niet meer terzake. Allemaal ‘verbindingsentertainment’, op zoek naar de magie van de massa. En als we het aantal keren dat het Sportpaleis ontplofte als graadmeter kunnen nemen, dan zat het wel goed met het vinden van die verbondenheid in die ‘Madness’-show.

Ligt hier dan de toekomst van de evenementen? CO-2-jets? Over-the-top-producties met 1.000 m2 ledschermen en lichtflitsschietende luchtballonnen? Met volksmennenrij om u tegen te zeggen? Ja, voor een deel wel. Meer nog, dat soort ‘Hardwell’-‘Steve Aoki’-‘Dimitri Vegas and Like Mike’-shows zijn een nieuw soort grensverleggende shows. 36.000 mensen hebben dit weekend met een smile het Sportpaleis verlaten, en daar trek ik echt mijn neus niet voor op. Daar heb ik respect voor. Voor een deel ligt dus de toekomst in die over-the-top-effecten.  Maar ‘verbindingsentertainment’ kan soms ook net kinderlijk eenvoudig zijn en goedkoop. Daar ligt er ook een toekomst voor eventmanagers, maar daarover zal ik het wel nog eens in een andere blogpost hebben.

Tot slot:  wat ik ook wel leuk vond, is dat er waarschijnlijk iemand aan Like Mike heeft gezegd dat constant ‘Motherfuckers’ roepen niet echt verbindend werkt, wel integendeel, dat werkt afstotend.  Hij heeft ‘Motherfuckers’ niet of nauwelijks geroepen en wist zijn volk toch wel heel respectvol naar magische momenten te mennen.  Iedereen naar buiten met een smile en Regi met een taart in zijn gezicht. Dat was het enige minpuntje aan die show, dat ze helemaal vooraan op het podium Regi een taart in zijn gezicht hebben geduwd. Een beetje ongepast, alhoewel Regi heel beleefd bleef smilen en zelfs met taart en al op zijn gezicht op selfies ging staan. De taart van Regi was dus een minpunt en voor mij persoonlijk ook wel de muziek. Maar dat is een detail waar ik nu niet meer wil over zagen. Rammstein maakt bij momenten ook bedenkelijke muziek, maar hun shows mogen er ook wel zijn.  En dat vinden we dan we dan wel weer geloofwaardig.  Pfff, weg met dat muziekgeloofwaardigheidsparadigma.  Het is voorbijgestreefd.  Here we are now, entertain us!  Kurt Cobain is al te lang dood om nog over de geloofwaardigheid van muziek te zagen.

Hier nog wat foto’s van de show. MNM

Hier kan je delen uit het boek alvast eens inkijken. Als je op het boek klikt dan zie je het boek fullscreen

Share.

Leave A Reply